Molens hebben, afhankelijk van hun type, wind of water als energiebron nodig om te kunnen draaien en malen. De directe omgeving van de molen (de molenbiotoop) is daarbij van belang. Wind- en/of water moet voldoende beschikbaar zijn om de molenwieken of het waterrad te doen draaien. Hoge bomen en gebouwen houden de wind weg, en waterstaatkundige aanpassingen kunnen een watermolen droog leggen. Een optimale omgeving is dus van levensbelang voor het behoud van molens. Immers, rust is roest en een draaiende ‘levende’ molen trekt meer aandacht (bezoekers) en zorgt voor meer draagvlak voor het behoud en onderhoud. De Molenstichting Land van Heusden en Altena heeft dus ook bijzonder veel belang bij goede molenbiotopen, en zet daar ook op in.

Oprukkend groen, bosschages en opschietende bomen houden de wind uit de zeilen.

Heel belangrijk voor het functioneren – en daarmee het behoud – van de monumentale molens is voldoende water of een vrije windvang; dat laatste wel (heel essentieel) vanuit alle windrichtingen! In zekere zin gaat het om het levensbehoud van de molens. In het verleden zorgden de poldermolens voor het droog houden van de polders en waren korenmolens belangrijk in de voedselketen voor de mens (en dier). Het economisch belang is in de eerste helft van de vorige eeuw verdwenen door de inzet van stoom en elektriciteit, maar als monument willen we de wind- en watermolens behouden. Van de ruim 1.100 resterende molens in Nederland staan er nog zo’n 130 in de provincie Noord-Brabant. Met financiële steun van de (rijks-, provinciale- en gemeentelijke-) overheid, maar zeker ook van particulieren, én de inzet van veel vrijwilligers, worden deze molens in goede, werkende staat gehouden. We beogen tenslotte om ze als werkend – levend – monument te behouden.

Watermolens

De pilot Watermolenlandschappen in Het Groene Woud is een initiatief van Molenstichting Land van Heusden en Altena.  Op 11 september 2018 vond de start van het project plaats in het Erfgoedhuis in Eindhoven. Het doel is het inzichtelijk maken van de waterhuishouding rondom de watermolens, zodat duidelijk wordt waar verbeterkansen liggen. Goed en optimaal waterbeheer is een lastige zaak, omdat zowel agrariërs, natuurbeheerders én molenaars ieder hun eigen wensen op dat gebied hebben. Binnen enkele maanden zal dit project worden afgerond, waarna er uiteraard uitvoerige informatie beschikbaar komt.Meer over dit project kunt u hier lezen.

Windmolens

In opdracht van Molenstichting Land van Heusden en Altena is recent eveneens een onderzoek gestart naar de biotoop  van de windmolens in de provincie. Met het resultaat, dat medio dit jaar wordt verwacht, wil de Molenstichting aandacht vragen voor de situatie ván, en vooral bedreigingen vóór, de monumentale molens. Als waarborg voor het laten draaien en malen van een windmolen zijn in opdracht van vereniging De Hollandsche Molen in het verleden richtlijnen geformuleerd die aan bebouwing en bomen in het gebied rondom een molen hoogtebeperkingen opleggen. Met een oplopende hoogte wordt zo tot een straal van 400 meter vanaf de molen een beschermingszone gekenmerkt. Een uitwerking van de biotoopformule is te vinden op de website van De Hollandsche Molen. De Hollandsche Molen voert ook de opdracht van de Molenstichting uit. Dit gebeurt volgens de methode Laméris, gebaseerd op hoogtegegevens uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN3). Evert-Jan Laméris, die de methode heeft ontwikkeld, weet de nauwkeurige meetgegevens de obstakels in de straal van 400 meter rondom een molen heel visueel te maken. Zie als voorbeeld onderstaand plaatje.

Omdat Noord-Brabant de vijfde provincie is waar volgens deze methode de situatie in kaart wordt gebracht (na Noord- en Zuid-Holland, Gelderland en Limburg), zal er ook vergelijkingsmateriaal ontstaan. Alle gegevens zullen goed geïnterpreteerd moeten worden. Dit zal ook onderdeel uitmaken van het onderzoek. Er zal zo ook een bruikbare nulmeting beschikbaar komen. De afgelopen 1,5 jaar zijn al vanaf alle 120 windmolens (en enkele “kansrijke” molenrestanten) foto’s gemaakt naar de 8 windstreken. Deze zullen de rapportage per molen completeren.Voor dit project heeft Molenstichting Land van Heusden en Altena deels eigen middelen ingezet, maar zonder de financiële steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de provincie Noord-Brabant en hulp van De Hollandsche Molen was het nooit uitvoerbaar geweest.

Meer algemene informatie over molenbiotopen kunt u hier vinden.